Deze website gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën, onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren. Deze gegevens zijn anoniem en worden niet aan derden verstrekt.

Ik begrijp het

Item toegevoegd aan winkelwagentje!!

Naar winkelwagentje


De predikant wordt bezocht: ervaring met visitatie binnen de PKN


Op deze pagina delen we positieve en negatieve ervaringen met visitatie. ​Uw ervaring ook

delen op deze website? Dat kan voor uw collega's heel nuttig en leerzaam zijn.

We ontvangen uw verhaal graag per email.


Ervaring 1. Als je als predikant met visitatie te maken krijgt.


Woord vooraf.

 

Na een traject van visitatie, wat uiteindelijk resulteerde in een losmaking, bleek, door contacten met andere losgemaakte predikanten, dat er m.n. bij de visitatie enorm veel misgaat. Dit is ook herkenbaar bij de medewerkers van de bond Nederlandse Predikanten, bij een aantal medewerkers van de landelijke kerk, die betrokken zijn bij de re-integratie van losgemaakte predikanten en bij de arbodienst. Aangezien dit door de betrokkenen op verschillende niveaus al regelmatig onder de aandacht is gebracht verandert er niets bij de organen die hierin de verantwoordelijkheid dragen en wordt er door een slechte uitvoering van de visitatie schade (soms onherstelbaar) aangebracht aan de betrokken predikant en zijn gezin, wat nergens voor nodig is. Waarom de mensen die hierin de verantwoordelijkheid dragen niets veranderen aan deze praktijk, die hen bekend is, weet ik niet en kan ik dus verder ook niet op in gaan maar de handelswijze van deze praktijk heeft mij doen besluiten om een soort van handleiding te schrijven voor predikanten die met visitatie te maken krijgen, visitatie die uiteindelijk kan leiden tot losmaking.

 

Kerkvisitatie, waar komt dat vandaan?

 

Kerken die bij elkaar op visite gaan of kerkleiders die bepaalde zaken in kerkelijke gemeenschappen onderzoeken, datgene wat we nu visitatie noemen, is al zo oud als de kerk en kreeg in de kerk, door de eeuwen heen, op verschillende manieren vorm. Ik kon mij altijd heel goed vinden in de reguliere visitatie zoals die voorheen vorm kreeg in onze kerk maar zoals het nu vorm krijgt roept bij velen vragen op.

 

In Ordinantie 10 van de kerkorde kom je van alles tegen over de manier waarop de visitatie nu vorm krijgt. Het is wat toegankelijker beschreven op: https://protestantsekerk.nl/verdieping/wat-zijn-de-taken-van-een-college-voor-de-visitatie.

 

Wanneer krijg je te maken met visitatie?

 

Wanneer zich probleemsituaties in de kerkelijke gemeente voor doen kan men, na overleg met de classispredikant, er voor kiezen visitatie in te schakelen, dit gebeurt dan door het Breed Moderamen van de Classis.

Soms gaat het dan over problemen tussen gemeenteleden, of problemen m.b.t. het functioneren van ambtsdragers,  kerkenraad of colleges van de kerkenraad.

Ook kan men visitatie inroepen m.b.t. het  functioneren van de predikant, hierbij kun je denken aan verschil van mening m.b.t. de leer van de kerk of m.b.t. actuele situaties in het algemeen of in de gemeente. Ook kan grensoverschrijdend gedrag van een ambtsdrager of andere vrijwilligers aanleiding zijn om de visitatie in te schakelen.

Ook zie je visitatie ingeschakeld worden bij bepaalde omstandigheden, situaties of ontwikkelingen in de kerkelijke gemeente. In bepaalde situaties ontkom je er niet aan om alleen visitatie in te schakelen maar is het goed om ook de politie erbij te betrekken.

 

Jouw rol als predikant bij probleemsituaties in de gemeente.

 

Als predikant ben je de spin in het web van de kerkelijke gemeente en ben jij vaak degene die bepaalde probleem situaties signaleert of erbij betrokken wordt omdat je ook werkt vanuit een bepaalde vertrouwelijkheid. Een predikant is ook kerkenraadslid en ambtsdrager maar is bij het benoemen van  vervelende en confronterende probleemsituaties in de gemeente al snel iemand van buiten en daardoor loopt de predikant het risico dat hij of zij partij wordt tegenover de anderen. Het is belangrijk je dat te realiseren!

 

Het kan zijn dat je als predikant in de gemeente problemen tegenkomt, die je in eerste instantie in de kerkenraad hebt besproken maar dat de kerkenraad niet ontvankelijk is voor het erkennen van de problemen, laat staan voor het oplossen van de problemen zodat je als predikant er voor kiest om de hulp van de classispredikant in te roepen. Misschien is het verstandig om voordat je de problemen ter sprake brengt in de kerkenraad al met de classispredikant te overleggen. Realiseer je daarbij wel dat je niet te veel van de classispredikant moet verwachten, hij of zij is niet per definitie iemand die in deze problematiek aan jouw kant staat, zelfs niet als je volledig in je recht staat of het gelijk aan je kant hebt.

Als de classispredikant vervolgens ook niet tot een oplossing kan komen in de probleemsituatie wordt de visitatie ingevlogen, vaak met een verzoek en opdracht vanuit het Breed Moderamen van de Classis, in praktijk geschreven door de classispredikant.

 

Wat kan er met de predikant gebeuren bij visitatie?

 

In dit soort probleemsituaties, die vaak al langere tijd bestaan en oogluikend werden getolereerd, kan men jou gaan ervaren als een soort van klokkenluider, die het spelletje bederft.

Je bent als predikant heel kwetsbaar bij dit soort situaties!

Je loopt het risico dat de kerkenraad en soms zelfs een groot deel van de gemeente tegen jou is en vaak begint dan de ellende en is de visitatie vervolgens niet meer gericht op het probleem wat zich in de gemeente afspeelt maar is het gericht op jouw functioneren daarin of op het conflict wat is ontstaan tussen predikant en gemeente.

Heel vaak komt het echte probleem dan helemaal niet eens meer aan de orde bij het eindverslag van de visitatie  en gaat het alleen maar over jou en jouw functioneren wat helemaal uit zijn verband is getrokken.

De visitatie is er op uit dat de gemeente verder moet en offert wat dat betreft de predikant op, dat is het makkelijkst, dan kan de gemeente blijven functioneren.

 

Visitatoren zijn vaak niet op de hoogte van wat er plaatselijk werkelijk speelt, niet alleen actueel op dat moment maar ook historisch, vaak ook niet van zaken die er speelden voordat jij in die gemeente kwam. De korte gesprekken, die de visitatoren voeren, zijn gewoon te kort en te weinig om een werkelijke volledige indruk te krijgen van de situatie.

Hierdoor ontstaan er heel snel twee partijen tegenover elkaar, aan de éne kant de predikant, in z’n eentje, tegenover de kerkenraad met een veel grotere groep, of zelfs de gemeente. Op dat ogenblik heb je al verloren. Zelfs goede en feitelijke argumenten doen er dan niet meer toe.

Ik denk dat dit in het algemeen datgene is, wat veel predikanten meemaken in een probleemsituatie waarbij uiteindelijk de visitatie wordt ingevlogen.

 

Hoe bescherm je jezelf als predikant bij visitatie?

 

- Wees niet te goed van vertrouwen

 

Veel predikanten, die betrokken raken bij visitatie, gaan in goed vertrouwen het traject van visitatie aan. Zij hebben vertrouwen in de visitatoren en de daarbij betrokken kerkelijke organen maar het is al in veel situaties gebleken dat dit vertrouwen beschaamd is en dat betekent eigenlijk dat je als betrokken predikant vrij snel een teleurstelling te verwerken krijgt.

Voor veel predikanten is dit een zeer ingrijpende ervaring want de kerk blijkt ineens niet meer datgene te zijn waar, m.b.t. je werk en je roeping, je hart lag.

Er gebeuren in één keer dingen die jij niet kunt rijmen met datgene wat je vanuit je werk altijd hebt uitgedragen in leren, vieren en dienen, maar ook in je verantwoordelijkheid als kerkenraadslid, als medebestuurder van de kerk.

Dit brengt bij velen een behoorlijke schok teweeg, die je niet zo maar te boven komt, terwijl de visitatie op dat moment gewoon doordendert op voortvarende manier, een manier die jij vanuit je ambtsvisie en betrokkenheid niet zo snel hebt kunnen volgen omdat je die niet kunt plaatsen.

Dit betekent dat je in eerste instantie makkelijk de grip kwijt raakt op het visitatiegebeuren en een beetje gedesoriënteerd in een traject terecht gekomen bent waar je al snel achter de feiten aanloopt omdat jij er in principe niet echt toe doet want de gemeente moet verder.

 

- Een adviseur of vertrouwenspersoon erbij betrekken.

 

Het zou mijn advies zijn om vanaf het initiëren van een visitatietraject, waar jij bij betrokken bent, een adviseur of vertrouwenspersoon mee te laten kijken en mee te laten praten en dat ook meteen kenbaar te maken bij de classispredikant en het college van visitatoren wat met de visitatie belast is en ook bij de gemeente.

Misschien nog beter om zelf helemaal niet het woord te doen omdat je hoe dan ook, emotioneel betrokken bent bij de zaak, zeker wanneer het gaat om je eigen functioneren.

Let wel, dit kan zich ook voordoen bij visitatie die in eerste instantie helemaal niet op jouw eigen functioneren is gericht maar uiteindelijk, door een of andere kronkel bij de visitatoren en slimmigheid van kerkenraadsleden, toch daarop gericht wordt.

 

- De visitatieopdracht.

 

Wanneer er visitatie toegepast wordt moet er een visitatieverzoek met een bepaalde opdracht gegeven zijn. Dit gebeurt meestal vanuit het Breed Moderamen van de Classis en wordt opgesteld door de Classispredikant.

Als jij zelf betrokken bent of zelfs direct of indirect het onderwerp bent van de visitatie is het ontzettend belangrijk die visitatieopdracht niet alleen heel goed te lezen maar ook te vragen wat er precies wordt bedoeld!

Heel vaak worden er niet concrete begrippen gebruikt waarachter de visitatoren en ook de classispredikant zich later in het traject van visitatie kunnen verschuilen. Vaak wordt de visitatoren gevraagd om onderzoek te doen naar de problematische situatie. Dit begrip “onderzoek” is heel breed en kan met zich meebrengen dat de visitatoren dit heel anders kunnen interpreteren dan de predikant in kwestie, sterker nog, het is mijn ervaring dat zij bepaalde zaken sowieso anders interpreteren dan ze in werkelijkheid zijn.

 

Dus de predikant heeft een verwachting van dit onderzoek, maar in de praktijk stelt het onderzoek helemaal niets voor omdat werkelijk onderzoek veel tijd kost en ook meerder mensen en commissies en organen erbij betrokken moeten worden om goed inzage te krijgen en echt recht te doen aan de betrokkenen.

Dit betekent dat in de meeste gevallen het resultaat van zo’n onderzoek totaal niet beantwoord aan de verwachting die de betrokken predikant heeft op grond van de visitatie opdracht.

 

Daarom is het van belang vooraf aan de visitatie, op schrift, helder te krijgen wat er precies onderzocht gaat worden en hoe dat onderzocht gaat worden.

Kun je je daarin niet vinden ga dan met een vertrouwenspersoon of adviseur(bnp) de discussie aan om de visitatieopdracht concreet te krijgen zodat de visitatoren exact weten wat ze moeten doen.

Ga wat de visitatieopdracht betreft niet over één nacht ijs. Classispredikant en visitatoren willen het liefst zo snel mogelijk het varkentje wassen en hier worden maar al te vaak predikanten het slachtoffer van en sudderen misstanden in de kerkelijke gemeente voort en zijn er later weer slachtoffers te betreuren.

Is de visitatieopdracht helder en concreet dan kunnen adviseurs en vertrouwenspersonen daar aan refereren en meteen tackelen wanneer visitatoren lekker grasduinen in zaken die niets met de visitatieopdracht te maken hebben.

Het is belangrijk dat adviseurs en vertrouwenspersonen kundig zijn m.b.t. de protocollen en procedures die worden gehanteerd in de kerk.

 

- Uitgangspunt.

 

Wat zijn de uitgangspunten voor de visitatie. Gaat het alleen om wat er wordt benoemd in de visitatieopdracht of worden er andere dingen bij gehaald. Worden b.v. alle aangedragen argumenten meegewogen of maken de visitatoren een selectie, die zij ter zake doende vinden.

Wordt je serieus genomen of twijfelt men aan jouw goede bedoelingen en waarom twijfelt men daar aan en kunnen de visitatoren daar, vanuit hun kennis, over oordelen? Zo niet, stop dan samen met jouw vertrouwenspersoon/adviseur onmiddellijk het gesprek.

Refereer altijd aan de kerkorde, de generale regelingen en de uitvoeringsbepalingen. Veel visitatoren zijn niet goed op de hoogte van deze zaken.

Dit geldt trouwens ook voor veel aangelegenheden m.b.t. de probleemsituaties in een gemeente.

Dat kun je visitatoren op zich niet kwalijk nemen, zij kunnen niet alles weten, maar dan moet je samen met je vertrouwenspersoon/adviseur dit aan de orde stellen en vragen om visitatoren die wel ter zake kundig of dat de visitatoren deskundigheid inhuren of erbij betrekken. Ook de kerkorde beschrijft dat in ordimantie 5-10-8.

Stel dus op voorhand de uitgangspunten vast en bewaak deze, hetzij zelf of door een vertrouwenspersoon/ adviseur. Hierbij kun je ook de gedragscode voor de visitatie aan de orde brengen.

 

- Zijn de visitatoren deskundig m.b.t. de problematiek?

 

Dit is een hele belangrijke vraag, die je aan de orde moet stellen bij iedere visitatie.

De meeste visitatoren zijn niet kundig m.b.t. vele kerkelijke probleemsituaties die zich afspelen in plaatselijke gemeenten die zij niet kennen en waar zij voor het eerst mee te maken krijgen.

Wat zijn er vaak onderliggende problemen uit de historie die heel bepalend zijn voor een conflict of een ontwikkeling in een plaatselijke kerk.

De visitatoren hebben daar geen weet van en de aard van het traject van visitatie (De korte gesprekjes) leent zich er ook niet voor om daar verder in te duiken terwijl juist dat soort dingen een voedingsbodem zijn van veel conflicten en problemen in de kerk. Ik ben dat zeer regelmatig tegengekomen.

 

Bijvoorbeeld twee ambtsdragers die in een vorige ambtsperiode een conflict hadden, waarvan één ambtsdrager twee periodes later de kans ziet om m.b.t. bepaalde kerkenraadsbesluiten alsnog zijn gelijk te halen t.o.v. die andere ambtsdrager met alle gevolgen van dien.

Hierbij is uiteindelijk ook de visitatie betrokken geraakt maar in hun beoordeling hebben ze de voorafgaande historie totaal buiten beschouwing gelaten. Het heeft deze gemeente een predikant, verschillende ambtsdragers en kerkleden gekost en dat is wijten aan de ondeskundigheid van de visitatoren die niet goed onderzoek hebben gedaan en op voorhand dachten dat ze wisten hoe het zat.

 

Vaak is kennis van historische zaken, algemeen kerkelijk maar ook plaatselijk kerkelijk, van groot belang tijdens visitatie.

Maar als je als visitator geen weet hebt van de zaken die er toen in de breedte van de kerk maar ook plaatselijk hebben gespeeld en je daar verder niet in verdiept, ben je niet geschikt om in die specifieke situatie visitator te zijn.

 

Deskundigheid m.b.t. de situatie die zij moeten beoordelen moet vanzelfsprekend zijn en het zou de visitatoren te prijzen zijn dat zij, wanneer ze bij zichzelf merken niet deskundig te zijn, zich terugtrekken en de visitatieopdracht teruggeven aan het college van visitatoren of zelfs aan het Breed Moderamen van de Classis.

Ik heb dat nog niet meegemaakt, meestal modderen ze door en in bijna alle gevallen wordt de predikant daarvan het slachtoffer en laten ze een puinhoop achter die door blijft etteren.

Een hoogleraar arbeidsrecht die daar zijn licht over heeft laten schijnen vind dit onbegrijpelijk en pleit voor gekwalificeerde visitatoren, oftewel deskundige mensen en vooral ook maatwerk.

 

Het vraagt van de visitatoren niet alleen deskundigheid m.b.t. de concrete situaties die zich voordoen, het vraagt van de visitatoren ook deskundigheid m.b.t. andere vaardigheden en kundigheid.

Mij is opgevallen dat verschillende visitatoren zich totaal niet bewust zijn van processen die zich af kunnen spelen in het systeem van een kerkelijke organisatie.

In de drie laatste P.E. cursussen, die ik heb gevolgd, kwam Friedman voorbij met zijn geïdentificeerde patiënt en de homeostase.

Bij al die cursussen werd de urgentie benadrukt om daar ernstig rekening mee te houden.

Mede in de training als mentor van beginnen predikanten en kerkelijk werkers kwam dit nadrukkelijk aan de orde.

Met betrekking tot vele situaties die uiteindelijk leiden tot visitatie is dit model van Friedman heel herkenbaar.

Het lijkt mij niet moeilijk om de visitatoren hierin te scholen zodat zij bepaalde ontwikkelingen in dit model van Friedman kunnen plaatsen en zich ook realiseren dat er met het vertrek van een predikant wel een homeostase kan ontstaan maar dat het systeem nog steeds ziek is en dat lijkt mij een kwalijke zaak, zeker bij de kerk.

 

Zoals de visitatie nu werkt is, m.b.t. de problematiek die ze te verwerken krijgen, de hele aanpak beslist onder de maat en maakt ze m.n. in de levens van de predikant en zijn gezin, veel kapot.

Deze werkwijze zien we niet bij andere organisaties. In de juridische sector b.v. laat men dit soort situaties uitzoeken door deskundige en gekwalificeerde mensen en gaat men ook niet over één nacht ijs en denkt men al helemaal niet op voorhand te weten hoe het zit.

 

Visitatiegesprekken/onderzoeken.

 

De visitatoren horen je met respect te behandelen en serieus te nemen, dit staat in hun gedragscode. Mocht je het gevoel hebben dat zij dit niet doen, geef dit dan aan en ga daarom de gesprekken met visitatoren altijd aan met een adviseur of vertrouwenspersoon en beoordeel samen met deze persoon of de visitatieopdracht concreet is en of de desbetreffende visitatoren beschikken over voldoende kennis en vaardigheden m.b.t. de problematiek en of zij jou serieus nemen of überhaupt serieus kunnen nemen.

Vraag b.v. vooraf of de visitatoren zichzelf willen introduceren en hun competenties met je willen delen, zodat je een goede indruk krijgt m.b.t. de desbetreffende personen. Dan krijg je helder of zij beschikken over een concrete opdracht en een goede deskundigheid.

Mocht je samen met je vertrouwenspersoon/adviseur twijfelen aan de duidelijkheid van de visitatieopdracht of de kundigheid van de visitatoren m.b.t. de problematiek die ter discussie staat maak dat dan kenbaar met argumenten en trek dat breder dan alleen een mailtje aan de visitatoren, d.m.v. een cc naar verschillende kerkelijke organen. Een vertrouwenspersoon/adviseur met een bepaalde autoriteit in de kerk doet wonderen. Deskundigheid van de visitatoren m.b.t. bepaalde problematiek is cruciaal. Hieronder een voorbeeld.

 

Stel dat een visitator niet op de hoogte is van kerkeigen benaderingen van voor de fusie van 2004 of van plaatselijke ontwikkelingen, die nog door resoneren, omdat zij uit een andere kerkelijke cultuur komen, dan kunnen zij niet peilen wat er in werkelijkheid speelt. Een mooi voorbeeld hiervan is de verschillende vormen van beheer in de voorheen Hervormde en Gereformeerde Kerken. Sterker nog in de Hervormde Kerk had men daarnaast nog een hele specifieke vorm die nog steeds op enkele plekken roet in het eten gooit, de zogenaamde “kerkvoogdij vrij beheer”. Als je hiervan niet op de hoogte bent begrijp je niet wat sommige mensen beweegt en zij zichzelf te kort gedaan voelen toen deze vormen van beheer werden opgeheven in en rond de landelijke fusie.

 

Wanneer de visitatieopdracht concreet is hoeven er bij de visitatie geen andere zaken aan de orde te komen en kap dat ook meteen af, of beter nog, laat dat afkappen door adviseur of vertrouwenspersoon!

Meestal zijn de gesprekken/onderzoeken los van elkaar met de betrokkenen. Je bent als predikant dus niet aanwezig bij het gesprek wat de visitatoren hebben met de kerkenraad of met gemeenteleden.

Je zult merken dat men, in dat gesprek waar jij niet bij bent, vaak zijpaden heeft bewandeld, die niets met de concrete visitatieopdracht te maken hebben.

Het is belangrijk dat je adviseur of vertrouwenspersoon dat meteen bespreekbaar maakt en indien nodig ook meteen aan de bel trekt dat er dingen gebeuren die niet kunnen.

Ik denk dat je in overleg met je adviseur/vertrouwenspersoon het visitatietraject dan pauzeert om met de opdrachtgever tot visitatie te overleggen.

Hierbij lijkt het mij onvermijdelijk om nieuwe objectieve visitatoren in te vliegen!

 

Maak in de visitatiegesprekken/onderzoeken duidelijk wanneer het gaat om vertrouwelijke zaken, die de visitatoren niet mogen ventileren bij het gesprek/onderzoek met de andere partij. De visitatoren zijn ambtsdrager en in die zin gehouden aan de vertrouwelijkheid.

Mijn ervaring is dat zij over en weer gaan vissen om zo een vinger achter de zaak te krijgen en vaak met niet ter zake doende dingen aan de haal gaan, waarbij zij regelmatig de mist in gaan of met een kluitje in het riet gestuurd worden, en daardoor, jou als predikant, maar ook de zaak die speelt geen recht doen of oplossen.

 

Heel vaak zijn er ook meerdere betrokkenen bij het probleem, die niet in beeld komen, vanwege het beroepsgeheim van jou als predikant. Dit is ook echt een probleem waarbij je de vertrouwelijkheid niet wilt schaden terwijl anderen (zogenaamde belanghebbenden) daar dankbaar gebruik van maken.

Dit maakt de situatie nog complexer maar er is geen enkel begrip of ruimte voor dit belangrijke aspect van ons werk.

Bemiddeling.

 

In de visitatie gaat het per definitie niet om een oordeel wie er gelijk heeft maar om bemiddeling zodat partijen weer nader tot elkaar kunnen komen en men vanuit een goede verstandhouding weer verder kan.

Van daaruit zal een visitatieverslag niet zo snel concreet foutieve ontwikkelingen in een kerkelijke gemeente aan de orde brengen. Dan bedoel ik dingen die echt in strijd zijn met de spelregels van de kerk, soms worden ze zelfs opzettelijke zo uitgevoerd zodat er maar geen bemoeienis van b.v. een CCBB aan de orde komt.

Ik heb gemerkt dat visitatoren het moeilijk vinden om dergelijke foute dingen in een gemeente te benoemen en dat afzwakken of bagatelliseren. Ik denk dat ze een onderscheid maken tussen “goedwillende” vrijwilligers die beschermd moeten worden en een beroepskracht, die wel verantwoordelijk kan worden gesteld.

Dus wordt in het visitatieverslag wel benoemd hoe de predikant in de situatie staat, maar de kerkenraadsleden die fouten maken blijven buiten schot.

Meestal wordt er ook gesproken met een hele kerkenraad en zoals we weten zijn er vaak maar een paar die het woord voeren en wordt een individuele mening van één kerkenraadslid al snel aan de hele kerkenraad toegeschreven.

Zo ontstaan er door de onprofessionele aanpak van visitatie al snel twee verschillende partijen die meer en meer tegenover elkaar komen te staan en wordt bemiddeling steeds moeilijker. 

 

Het is belangrijk dat visitatoren doorvragen waarom men iets vind van de aanpak van de predikant.

Zeker in deze tijd waarin vele kerkenraadsleden weinig kennis hebben van kerkelijke zaken wordt er maar wat geroepen en zijn de onderbuikgevoelens van bepaalde kerkenraadsleden of gemeenteleden voldoende om de predikant in een kwaad daglicht te zetten.

Visitatoren vragen dan vaak niet verder maar trekken hun conclusie dat de predikant in kwestie onbenaderbaar en bepalend is.

Zo komt de relatie tussen de kerkenraad en de predikant meer en meer onder druk te staan.

 

Het is belangrijk om met een adviseur/vertrouwenspersoon een dergelijke gang van zaken meteen te tackelen.

Meteen vragen wie bepaalde dingen heeft gezegd en in wat voor kader het gezegd is. Daarnaast ook meteen vragen of de visitatoren verder hebben gevraagd naar datgene wat er speelde en of de betrokkenen ook genoeg kennis hadden om daar überhaupt wat over te zeggen.

De visitatoren laten zich wat dat betreft makkelijk door een kerkenraad iets op de mouw spelden m.n. omdat ze niet op de hoogte zijn en niet doorvragen.

Vaak gaat het daarbij ook over dingen die helemaal niet ter zake doen m.b.t. de visitatieopdracht.

Het is belangrijk dat een adviseur/vertrouwenspersoon daar meteen een stokje voor steekt. Als je het zelf doet denken de visitatoren meteen dat je je wilt verdedigen.

 

Heb vooral niet de illusie dat de aanpak van visitatoren de partijen weer bij elkaar kan brengen. Visitatoren doen net of men van buitenaf kijkt en een beter inzicht heeft maar ik denk dat men dat totaal verkeerd inschat

 

Privacy

 

Een ander zeer zorgelijk aspect is het bewaken van de privacy van de predikant in dit soort situaties. De kerkenraad wil en moet ook de gemeente op de hoogte houden en informeert de gemeente b.v. op grond van een visitatieverslag. Letterlijk het verslag daarvoor gebruiken mag niet maar men maakt dan een samenvatting van dat eindverslag, wat geplaatst wordt in het kerkblad of op de website zodat iedereen het kan lezen.

Maar wanneer een visitatieverslag geen recht doet aan de werkelijkheid en bepaalde zaken selectief of niet  benoemd krijgt de gemeente maar ook anderen, die kennis nemen van het kerkblad of de website van de kerk, een verkeerd beeld  van de situatie.

Bij een beroepingssituatie kan dat je parten spelen omdat men informeert bij je oude gemeente, zeker ook omdat je open hebt verteld over het proces waar je in zit, zoals dat ook van jou verwacht mag worden.

Maar ook je mede gezinsleden kunnen hiermee heel vervelend geconfronteerd worden.

Hiervoor is vanuit de visitatie veel te weinig of zelfs geen aandacht.

Probeer samen met je vertrouwenspersoon/adviseur dit traject te bewaken want dit is echt heel schadelijk voor jou als predikant maar ook voor je partner of je gezin en verdere omgeving.

 

Impact, ook privé. (huisvesting)

 

Als predikant ben je enorm kwetsbaar en meestal niet alleen jij als persoon, maar ook je hele gezin krijgt hiermee te maken.

De visitatoren hebben hier totaal geen oog of oor voor. Mocht het komen tot losmaking bijvoorbeeld, wat in de meeste gevallen zo is, dan heeft dat ook een enorme impact op je woonsituatie.

Woon je b.v. in de Pastorie, dan zul je moeten vertrekken en dit is zeer ingrijpend wanneer b.v. je gezin is gesetteld op de plek waar je woont. Je partner heeft een baan gevonden, je hebt met je gezin een sociale omgeving opgebouwd en je kinderen zitten op school en hebben daar hun vrienden en vriendinnen.

Maar ook wanneer je een eigen woning hebt op de plek waar je werkt of in de omgeving waar je werkt zul je de enorme impact ervaren van de losmaking.

Sociale omgevingen zullen veranderen, mensen die voorheen je vrienden waren houden afstand, in werksituaties van je partner komt het ter sprake en ook in schoolsituatie worden je kinderen ermee geconfronteerd.

Realiseer je goed, dat ze geconfronteerd worden met het eenzijdige, onzorgvuldige en onvolledige verhaal van de visitatoren wat geen recht doet aan de werkelijkheid maar wel de sfeer in je woonomgeving gaat bepalen.

De visitatie maar ook het Generaal College voor de Ambtsontheffing houdt hier  geen rekening mee. Het kan zijn dat ze de voegtermijn (termijn tussen uitspraak en werkelijke losmaking) iets zouden kunnen aanpassen aan een schoolperiode maar ik heb dat nog niet gehoord.

 

Ik hoop dat je als predikant die met visitatie te maken krijgt met deze handleiding goed bewapend en voorbereid bent in een situatie die enorm veel impact kan hebben en schade toe kan brengen aan jouw persoon, aan je gezin en aan anderen in jouw omgeving.

 

Collega’s.

 

Natuurlijk komt de visitatie al snel ter sprake in de werkgemeenschap en heb je in eerste instantie het gevoel dat de zorgen van jou m.b.t. bepaalde zaken rond de visitatie breed gedragen worden en voel je je gesteund. Maar al snel merk je dat mensen minder betrokken raken en voel je je eigenlijk een beetje over en teveel op de werkgemeenschap omdat je ook niet altijd jouw verhaal naar voren wil brengen en meer en meer voel je je niet meer gehoord en na een wat langere periode lopen de contacten terug en kun je het ervaren alsof je een besmettelijke ziekte hebt.

In sommige gevallen doet de werkgemeenschap wel degelijk wat en deelt ze haar zorg met b.v. de classispredikant of het Breed Moderamen van de Classis. Maar ook daar vind men weinig gehoor, sterker nog, ik heb zelfs meegemaakt dat de classispredikant de werkgemeenschap terug floot, dat zij zich er niet mee moesten bemoeien. En dan wordt het stil, niet meer een telefoontje, soms krijgt een collega vanuit de werkgemeenschap nog de taak om even persoonlijk te informeren.

Ik denk dat het moeilijk is om iets te ondernemen vanuit de werkgemeenschap omdat je vaak niet alle details kernt maar toch hebben collega’s in visitatie situaties best wel veel gedeeld met de collega’s van de werkgemeenschap in het rondje “wel en wee” en daarvoor is de werkgemeenschap ook bedoeld.

Ik denk dat je als werkgemeenschap best wel aardig in kunt schatten hoe de hazen in die specifieke situatie lopen. Het zou dan een goed statement zijn dat collega’s uit de werkgemeenschap solidair zijn en dat ook gestalte geven en ventileren naar bepaalde instanties, b.v. het Breed Moderamen van de Classis of het Classicaal College voor de visitatie. Het is goed dat collega’s van een predikant die in zo’n vervelende en oneerlijke situatie zit, zich realiseren dat zij wel eens de volgende kunnen zijn. Daarom is het ook goed om b.v. iemand uit te nodigen van de commissie Lotgenoot, waarbij veel losgemaakte predikanten betrokken zijn.

 

Wat komt er na de visitatie?

 

Wanneer de visitatie verslag heeft uitgebracht aan het Breed Moderamen van de Classis en deze vraagt op grond van het verslag losmaking aan bij het Generaal College voor de Ambtsontheffing (GCA) dan gaat het echte losmakingstraject beginnen. Er mag allerlei informatie aangeleverd worden, niet alleen het visitatieverslag maar ook wel degelijk eigen informatie van de predikant in kwestie worden meegenomen in de beoordeling van het GCA. Het GCA doet niet aan waarheidsvinding. Zij controleert of alle noodzakelijke stappen genomen zijn en weegt vervolgens de argumenten en nodigt de betrokkenen uit voor een hoorzitting waarbij de betrokkenen bevraagt worden en ook zelf hun verhaal in kunnen brengen. Het is belangrijk vooraf alle stukken aan te leveren, ook hoe een kerkenraad of visitatoren hebben gehandeld en probeer dat ook met bewijsstukken te onderbouwen.

Wanneer dingen b.v. niet kloppen moet je dat aangeven en proberen dat ook met bewijzen naar voren te brengen. Laat je ook m.b.t. deze stap bijstaan door een adviseur of vertrouwenspersoon. Op grond van alle argumenten die aangeleverd worden of tijdens de hoorzitting naar boven komen doet het GCA uitspraak en stelt vast wat de voegtermijn gaat worden.

De voegtermijn is de periode tussen de losmakingsuitspraak van het GCA en de daadwerkelijke losmaking. In deze periode kun je nog elders een beroep proberen te krijgen en wordt je niet losgemaakt maar vloei je binnen die voegtermijn over van de ene naar de andere gemeente. Dat is voor de predikant prettig maar pook voor de gemeente want ook een gemeente zal anders aan een volgende predikant op voorhand moeten vertellen dat de voorgaande predikant is losgemaakt en dat klinkt natuurlijk niet fijn.

Vrij snel, soms dezelfde dag, na de uitspraak van het GCA krijg je melding van je rechten op wachtgeld maar ook van je plichten om zo snel mogelijk te re-integreren of er voor te zorgen dat je zelf geld gaat verdienen zodat het de kerk zo weinig mogelijk gaat kosten aan wachtgeld.

 

Financiën.

 

Mocht je in een losmakingssituatie terecht komen, dan krijg je te maken met een behoorlijk verlies van je inkomen. Wachtgeld is 30% van je traktement en is tijdelijk. Hierbij wordt ook niet automatisch je pensioenpremie doorbetaald, zou je dat wel willen, dan moet je zelf de helft ophoesten. Ook wanneer je via preekbeurten of met andere activiteiten wat bij verdiend moet je daarvan een bepaald percentage afdragen.

 

Visitator worden?

 

Stel dat je gevraagd wordt om zitting te nemen in het Classicaal College voor de Visitatie. Als predikant maar ook als ambtsdrager kun je daarvoor gevraagd worden.

Na het lezen van het voorafgaande mag duidelijk zijn dat het werk van de visitatie veel kapot kan maken en mensen in de problemen brengt. Niet zomaar mensen, nee mensen die zich geroepen weten in de kerk, mensen die als predikant zeer toegewijd zijn en over het algemeen hun straatje meer dan schoonvegen met echte liefde voor de gemeente en voor de leden van de gemeente, vanuit een persoonlijk en gedreven geloof.

Maar niet alleen zij, ook hun gezinsleden.

Ik ken visitatoren die achteraf met enorme spijt rondlopen, ik ken een college van visitatoren wat achteraf erkent waar het werkelijk om had moeten draaien, dat  kenbaar hebben gemaakt aan de benadeelde betrokkene maar verder hier geen ruchtbaarheid aan hebben gegeven. Ja, het kwaad was toch al geschied!

Heb niet de illusie dat jij de gang van zaken m.b.t. visitatie met jouw inbreng als visitator zult gaan veranderen of dat het zo’n vaart niet zal lopen.

 

Voordat je ja zegt tegen de vraag of je visitator wilt worden moet je je afvragen of jij aan deze kwalijke praktijken mee wilt werken.

Nee, dat is niet een overdreven vraag, het is een vraag die voortkomt uit mijn gesprekken met mensen die losgemaakte predikanten weer op de been moeten helpen, coaches, consulenten, arbodienst, mensen van de Bond Nederlandse Predikanten, veelal mensen vanuit de kerk ingevlogen om de brokstukken die de visitatie achterlaat weer bij elkaar te rapen en te proberen er weer een geheel van te maken. Al deze mensen, zonder uitzondering, herkennen wat ik hier ter sprake breng.  

Ik kan je vertellen dat ik ben geschrokken van de grote hoeveelheid problemen die visitatie heeft veroorzaakt bij hele weldenkende en goed functionerende predikanten en hun gezinnen.

Als iedereen nee zegt op de vraag of ze visitator willen worden dan stopt deze verwerpelijke praktijk automatisch en moet er iets anders voor in de plaats komen met echte gekwalificeerde en kundige mensen die vanuit een gerichte professionaliteit werken. Zo zou het moeten!

 

Maar stel dat je toch ja zegt omdat je ambitieus bent en het gevoel hebt iets te kunnen veranderen aan deze praktijken dan hier aan paar tips n.a.v. het voorafgaande.

 

Kijk goed naar de visitatieopdracht en vraag ook naar concretisering en wanneer dat is gebeurt, vraag dan vooraf aan de visitatie of alle betrokkenen daarmee in kunnen stemmen. Dan kun je gericht werken en merken dat dit ook beantwoord aan het beeld wat de betrokkenen bij de visitatieopdracht hebben. Als één van de partijen er niet mee in kan stemmen dram dan niet door maar geef de opdracht terug met de reden waarom.

 

Als er een visitatieopdracht op je bordje komt en jij goed in kunt schatten wat de opdracht is, bedenk dan voor jezelf af, of jij de deskundigheid hebt om überhaupt iets te zeggen over de problematiek die er speelt maar ook competent bent m.b.t. gespreksvoering en interpretatie van datgene wat er op je afkomt. Hoed je er voor om vooraf te denken dat jij weet hoe het zit. Heb je voor je gevoel de deskundigheid niet, geeft dan de visitatieopdracht terug of laat je adviseren over deskundigen.

 

Kies als visitatoren, wanneer je aan een situatie wordt gekoppeld, een uitgangspunt die bij de situatie past en bespreek dat met de betrokkenen. Stel dat de probleemsituatie b.v. niet in lijn is met de kerkorde, laat de kerkorde dan het uitgangspunt zijn, daaraan heeft iedere ambtsdrager, iedere kerk zich geconformeerd en wanneer bepaalde zaken in strijd zijn met de kerkorde benoem dit dan in een visitatieverslag en ook de gevolgen die dat heeft. Spaar niet de zogenaamd goedwillende vrijwilliger.

Stel daarnaast een aantal duidelijke waarden als uitgangspunt, b.v. de waarheid, eerlijkheid, zorgvuldigheid. Wanneer blijkt dat tijdens de gesprekken zaken verschillend worden geïnterpreteerd of voorgesteld worden door de betrokkenen, ga dan niet de discussie aan maar geef de opdracht terug!

 

Wanneer er wat wordt gezegd over de problematiek, vraag dan verder om verdieping. Mensen zijn zo makkelijk om zaken te veralgemeniseren waardoor er een verkeerd beeld ontstaat van de werkelijkheid. Met de betrekking tot meningen zie je dat heel sterk.

Een van de betrokkenen zegt b.v. van de predikant dat deze een hekel heeft aan opwekkingsliederen. Het is dan belangrijk om verder te vragen want in de meeste gevallen gaat het dan om bepaalde opwekkingsliederen, om liederen die liturgisch niet passen of niet passen bij het thema of de Bijbeltekst.

 Het is belangrijk dingen helder te krijgen. Dat kost tijd maar schept wel helderheid en wanneer er geen tijd voor is, geef dan de opdracht terug want jij wilt toch zorgvuldig te werk gaan.

 

Wanneer je het idee hebt dat er geen recht gedaan wordt aan de predikant geef dit dan aan, ook wanneer dit betekent dat er dan in de gemeente een probleem ontstaat. Probeer niet de gemeentelijke kool en de geit te sparen want zachte heelmeesters maken stinkende wonden en als je één keer gaat schipperen blijf je schipperen. Realiseer je, dat je verziekte situaties laat bestaan wanneer je de kool en de geit probeert te sparen en dat de predikant daar vaak het slachtoffer van wordt, maar eigenlijk ook de gemeente zelf. Kun je hier niet goed mee omgaan, geef onmiddellijk je opdracht terug.

 

Wees alert op de privacy van de predikant, daar waar kerkenraadsleden altijd in een collectief worden benoemd, is de predikant een persoon alleen en als zodanig voor iedereen meteen herkenbaar. Je hebt als visitator een verantwoordelijkheid met betrekking tot de informatie die je deelt met een kerkenraad. De stukken zijn vertrouwelijk maar wanneer zij een samenvatting maken van jouw eindverslag en dat in het kerkblad of op de website plaatsen dan ben jij als visitator medeverantwoordelijk voor de schade die wordt aangericht en onderschat dat niet. Het zou maar zo eens kunnen dat je daarmee later wordt geconfronteerd en je jezelf realiseert wat je teweeg hebt gebracht.

 

Natuurlijk kan visitatie goed verlopen en bijdragen aan het oplossen van problemen.

Deze handleiding komt voort uit visitaties die op zeer onprofessionele wijze zijn uitgevoerd en mensen enorm hebben beschadigd. Dat moeten we niet willen, zeker niet in de kerk!

Als ik een beetje goed heb geluisterd zijn de meest actuele situaties van losmaking veroorzaakt door kerkenraden die niet goed functioneren en visitaties die niet zorgvuldig hebben plaatsgevonden waardoor kerkenraden vervolgens gewoon door rommelen en predikanten en hun omgeving de dupe worden.

Dit betekent dus niet dat visitatoren niet vanuit een goede intentie hun werk proberen te doen maar het betekent wel dat de verantwoordelijke mensen en organen, generaal college voor de visitatie en het generaal college voor de ambtsontheffing, eens zorgvuldig moeten kijken naar de vele reacties die ze m.b.t. deze problematiek hebben ontvangen en daarin besluiten moeten nemen.

Als eerste het besluit om onmiddellijk te stoppen met deze vorm van visitatie om geen mensen meer te beschadigen. Als tweede zouden ze kennis moeten nemen van de aanbevelingen van Prof. de Vries en deze door moeten voeren in een nieuwe vorm van visitatie.

Daarnaast lijkt het mij goed om met terugwerkende kracht de situaties van losmaking opnieuw te laten toetsen door gekwalificeerde mensen en de betrokken predikanten recht te doen. Het zou kunnen dat men daarbij een aantal kwalijke zaken ontdekt bij de betrokken kerkelijke gemeenten. Deze zouden dan alsnog aan de orde moeten komen, waar bij de Classispredikant een mooie taak heeft.

 

Het is mijn diepste wens dat dit schrijven iets bijdraagt aan het functioneren van de kerk, waar ik mij enorm voor heb in gezet maar waarvan ik ondertussen afscheid heb genomen.